logo

mensenvoorzaken

The legal 500 Image3 Image5 Chambers Europe Image4
Zwartbol actueel
< Terug naar overzicht

18-06-2015

Aanbeveling met betrekking tot kinderalimentatie opnieuw bevestigd



kindregelingen-alimentatie-VK (Medium).jpg Kinderalimentatie wordt berekend naar aanleiding van de behoefte van het kind en de draagkracht van de ouders. De behoefte van het kind wordt berekend op basis van de Tabel “Eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen”. Het uitgangspunt van deze Tabel is dat ouders een bepaald deel van hun inkomen besteden aan hun kinderen. Hoe hoger het inkomen van de ouders, hoe meer geld ouders aan hun kinderen besteden. Het “eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen” is een bedrag waaruit de behoefte van een kind wordt afgeleid. Uit de behoefte van het kind wordt vervolgens de hoogte van de kinderalimentatie afgeleid.

In Nederland bestaat een Expertgroep Alimentatienormen. De Expertgroep Alimentatienormen bestaat uit familierechters die zich bezig houden met alimentatiezaken. Deze Expertgroep heeft algemene richtlijnen ontwikkelt om de uitgangspunten uit de wet voor wat betreft het berekenen van alimentatie voorspelbaar te maken. Voorspelbaarheid dient immers de rechtszekerheid. Een van de richtlijnen is om de Tabel “Eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen” te volgen. Een andere richtlijn is (sinds 1 januari 2013) om – na berekening van de behoefte van het kind volgens de Tabel – het kindgebonden budget in mindering te brengen op deze behoefte.

Met de invoering van de WHK (Wet Hervorming Kindregelingen) per 1 januari 2015 is het kindgebonden budget (aanzienlijk) verhoogd met de zogeheten 'alleenstaande ouderkop', een inkomensafhankelijke tegemoetkoming in de kosten van de kinderen. Als de behoefte van kinderen wordt verminderd met het kindgebonden budget en deze tegemoetkoming wordt hoger door de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’, dan wordt automatisch de behoefte van kinderen ten laste van de ouders lager. En dat leidt tot een lagere kinderalimentatie.

Dit kan leiden tot de volgende situatie.

Een gezin bestaat uit een vader, een moeder en een kind van 5 jaar oud. Het inkomen van vader is € 3.000 netto per maand. Moeder geniet geen inkomen. Op basis van het inkomen van de ouders en de Tabel “Eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen” is de behoefte van het kind € 440 per maand. Gedurende de samenleving kregen de ouders geen tegemoetkoming in de kosten van de kinderen in de vorm van kindgebonden budget.

Stel: de ouders gaan in 2014 uit elkaar. Het kind gaat bij moeder wonen en omdat moeder geen inkomen heeft, krijgt zij op dat moment het maximale kindgebonden budget: € 84 per maand. Als vader voldoende draagkracht heeft en moeder niet wordt geacht om iets bij te dragen in de kosten van het kind, dan kan de kinderalimentatie dus maximaal op € 356 per maand worden gesteld, namelijk € 440 minus € 84.

Als de ouders in 2015 uit elkaar gaan en het kind bij moeder gaat wonen, dan ziet de situatie er plots anders uit: de tegemoetkoming van de overheid voor datzelfde kind is bij een moeder zonder inkomen dan € 340 per maand. Als vader op dat moment nog steeds voldoende draagkracht heeft en moeder nog steeds niet wordt geacht om iets bij te dragen vanwege het ontbreken van draagkracht, dan kan de alimentatie in dezelfde situatie door de aanpassing van de regels van de overheid plots nog maar maximaal € 100 per maand worden.

Er kunnen door deze vastgestelde richtlijnen van de Expertgroep Alimentatienormen zodoende zelfs situaties voorkomen dat de kinderen die voorheen een behoefte hadden, nu plots geen behoefte meer hebben, althans deze behoefte geheel “gedekt” wordt door het kindgebonden budget. Sommige rechters hebben zich uitdrukkelijk verzet tegen de aanbevelingen in deze situaties en zijn afgeweken van de richtlijnen met rechtsonzekerheid tot gevolg. Bij de rechtbank in Groningen kreeg men zodoende een andere uitkomst dan bij de rechter in Den Haag en dat is vanzelfsprekend ongewenst.

Op 17 april jl. heeft de Expertgroep Alimentatienormen zich nogmaals gebogen over de situatie. Was het echt de bedoeling dat in bepaalde gevallen de behoefte van de kinderen nihil werd en daarmee de alimentatie soms zelfs op nul of eronder kwam? Ook al had de vader (ruim voldoende) draagkracht? Het antwoord van de Expertgroep was duidelijk: Ja. Men heeft (opnieuw) onder ogen gezien dat de inwerkintreding van de WHK in sommige gevallen ingrijpende financiële consequenties kan hebben voor de onderhoudsverplichtingen van ouders voor hun kinderen, maar dat doet niets af aan de opgestelde richtlijnen. Alleen in het geval waarin, alle omstandigheden in aanmerking genomen, werkelijk een onaanvaardbare situatie ontstaat, behoudt de rechter de mogelijkheid om voor dat geval een specifieke beslissing te nemen. Doorsnee moet echter de richtlijn gevolgd worden.

Het is thans aan de Hoge Raad om zich hierover uit te laten.

Wilt u weten welke gevolgen de aanbevelingen hebben voor uw situatie danwel of er redenen zijn om de alimentatie aan te passen aan het nieuwe kindgebonden budget, kunt u altijd contact met ons opnemen.

Alblasserdam, mei 2015

Mr. M.E. (Marrie) Visser

NL-Alblasserdam
T: 0031 (0)78 699 25 20
F: 0031 (0)78 699 25 24
E: visser@zwartbol.eu


kindregelingen-alimentatie-VK (Medium).jpg
< Terug naar overzicht