logo

mensenvoorzaken

The legal 500 Image3 Image5 Chambers Europe Image4
Zwartbol actueel
< Terug naar overzicht

21-09-2018

Heeft een werknemer recht op de transitievergoeding als hij minder gaat werken?



Op vrijdag 14 september 2018 heeft de Hoge Raad een belangwekkend arrest gewezen met betrekking tot de verschuldigdheid van de transitievergoeding.

Wat speelde er?
Een werkneemster (werkzaam in het onderwijs) was al langere tijd arbeidsongeschikt een kreeg een WIA-uitkering, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheidspercentage van 43,83%. Met de betreffende werkneemster zijn afspraken gemaakt die er feitelijk op neerkwam dat haar aanstelling werd aangepast naar een aanstelling van 55%. De vraag die in de procedure centraal stond, was of de werkneemster ten aanzien van het urenverlies dat hiervan het gevolg was, recht had op de transitievergoeding of een gedeelte daarvan. Ja, zegt de Hoge Raad, ongeacht de vraag op welke wijze er vorm is gegeven aan de vermindering van de arbeidsduur.

Wat heeft de Hoge Raad geoordeeld?
De wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst voorziet niet in een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Volgens het wettelijk stelsel kan een arbeidsovereenkomst slechts in haar geheel worden opgezegd of ontbonden.

Bij de regeling van de transitievergoeding is kennelijk bij dit wettelijk stelsel aangesloten. Blijkens de regeling van die vergoeding in art. 7:673 lid 1 BW is een transitievergoeding alleen verschuldigd als de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. In de wet is niet voorzien in een aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding in het geval van een vermindering van de arbeidsduur.

 gedeeltelijk ontslag?
Desalniettemin, zo oordeelt de Hoge Raad, moet de mogelijkheid van gedeeltelijk ontslag met daaraan gekoppeld de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding wel worden aanvaard voor het bijzondere geval dat er, door omstandigheden gedwongen, wordt overgegaan tot een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Hierbij valt te denken aan het noodzakelijkerwijs gedeeltelijk vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische omstandigheden en aan blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer.

 dan ook een gedeeltelijke transitievergoeding?
De transitievergoeding is enerzijds bedoeld als compensatie voor (de gevolgen van) het ontslag en anderzijds om de werknemer met behulp van de hiermee gemoeide financiële middelen in staat te stellen de transitie naar een andere baan te vergemakkelijken, zo blijkt uit de Parlementaire geschiedenis.

De Hoge Raad is van oordeel dat indien de aanspraak op een gedeeltelijke transitievergoeding in de hiervoor bedoelde gevallen niet zou worden aanvaard, de werknemer dan door een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd een deel van de transitievergoeding zou mislopen, waarop hij bij een algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst op dat moment wel aanspraak zou hebben. De werknemer zou bij een na die vermindering plaatsvindende, algehele beëindiging van de arbeidsovereenkomst immers een op aanmerkelijk lagere grondslag berekende transitievergoeding ontvangen dan zonder die vermindering het geval zou zijn geweest.

De omstandigheden die in de hierboven genoemde gevallen tot de vermindering van de arbeidstijd leiden, dienen echter op grond van het wettelijk stelsel niet voor rekening van de werknemer te komen. Mede gelet daarop is geen rechtvaardiging te geven voor het mislopen door de werknemer van het bedoelde gedeelte van de transitievergoeding.
Een substantiële en structurele vermindering van de arbeidsduur in de hierboven genoemde gevallen levert dan ook een situatie op waarin de transitievergoeding op haar plaats is.

In deze gevallen kan worden gesproken van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst, ongeacht of in het gegeven geval de vermindering van de arbeidsduur heeft plaatsgevonden in de vorm van (i) een gedeeltelijke beëindiging, (ii) een algeheel ontslag gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst dan wel (iii) aanpassing van de arbeidsovereenkomst. Op grond van de gedeeltelijke beëindiging bestaat in de hier bedoelde gevallen aanspraak op gedeeltelijke transitievergoeding.

Mede met het oog op de hanteerbaarheid van het vorenstaande wordt door de Hoge Raad ‘ten overvloede’ nog het volgende overwogen. Bij een substantiële vermindering van de arbeidstijd gaat het om een vermindering van de arbeidstijd met ten minste twintig procent; bij een structurele vermindering van de arbeidstijd om een vermindering die naar redelijke verwachting blijvend zal zijn.

In dat geval heeft de werknemer dus recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. De gedeeltelijke transitievergoeding dient te worden berekend naar evenredigheid van de vermindering van de arbeidstijd en uitgaande van het loon waarop voorheen aanspraak bestond.

Het volledige arrest is te vinden op:

deeplink.rechtspraak.nl

Heeft u (verdere) vragen over dit onderwerp dan wel over andere arbeidsrechtelijke onderwerpen, schroom dan niet contact op te nemen. Ik help u graag verder.

Pieter Weijers |E: weijers@zwartbol.eu | T: 078 – 6992510 | www.zwartbol.eu


< Terug naar overzicht